RvdW 2006, 113
Geldlening voor onbepaalde tijd aan commanditaire vennootschap; verjaring vordering tot terugbetaling; aanvang verjaringstermijn bij ontbinding commanditaire vennootschap.
HR 20-01-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU7502 (Koenderink/Brands)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 januari 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C04/316HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AU7502
- Roepnaam
Koenderink/Brands
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU7502, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑01‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU7502, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑01‑2006
- Wetingang
BW art. 3:307
Essentie
Geldlening voor onbepaalde tijd aan commanditaire vennootschap; verjaring vordering tot terugbetaling; aanvang verjaringstermijn bij ontbinding commanditaire vennootschap.
Onjuist is de rechtsopvatting dat een geldlening aan een commanditaire vennootschap in beginsel, en behoudens andersluidend beding, naar haar aard moet worden aangemerkt als verstrekt voor de levensduur van de vennootschap en in die zin voor een bepaalde tijd, zodat de vordering tot terugbetaling van rechtswege opeisbaar wordt op de dag waarop de vennootschap wordt ontbonden. De termijn van verjaring van de vordering tot terugbetaling van een aan een commanditaire vennootschap voor onbepaalde tijd ter leen gegeven geldsom vangt dus niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.