RN 2006, 16
Samenlevingsvormen. Dient de echtgenoot die geld leende van zijn partner het nominale bedrag terug te betalen?
HR 13-01-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU2399
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 januari 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C04/122HR
- Conclusie
A-G de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AU2399
- JCDI
JCDI:ADS871843:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Gemeenschap
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU2399, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑01‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU2399, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2006
- Wetingang
BW art. 1:95
Essentie
Dient de echtgenoot die geld leende van zijn partner het nominale bedrag terug te betalen?
Samenvatting
Partijen zijn in 1952 gehuwd in gemeenschap van vruchten en inkomsten. Tijdens het huwelijk heeft de vrouw privé-gelden ter beschikking gesteld aan de man in privé (in verband met zijn woning). Welk bedrag kan de vrouw na echtscheiding terugvorderen? Voorts heeft de vrouw gelden ter beschikking gesteld aan de gemeenschap. Het saldo van de gemeenschap is negatief. Kan zij het aan de gemeenschap ter beschikking gestelde bedrag verhalen op het privé-vermogen van de man?
HR: De vrouw heeft tijdens het huwelijk gelden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.