JOL 2006, 17
Huwelijksvermogensrecht. Afwikkeling gemeenschap van vruchten en inkomsten na scheiding. Vergoedingsrechten op gemeenschap (reprises): verhaal op privé-vermogen van de andere echtgenoot bij ontoereikend gemeenschapsvermogen; hoofdregel van bewijslastverdeling. Vergoedingsrecht op andere echtgenoot i.v.m. financiering privé-goed andere echtgenoot: geen uitzondering op nominaliteitsbeginsel.
HR 13-01-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU2399
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 januari 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C04/122HR
- Conclusie
A-G de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AU2399
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU2399, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑01‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU2399, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2006
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Afwikkeling gemeenschap van vruchten en inkomsten na scheiding. Vergoedingsrechten op gemeenschap (reprises): verhaal op privé-vermogen van de andere echtgenoot bij ontoereikend gemeenschapsvermogen; hoofdregel van bewijslastverdeling. Vergoedingsrecht op andere echtgenoot i.v.m. financiering privé-goed andere echtgenoot: geen uitzondering op nominaliteitsbeginsel.
Een (voormalige) echtgenoot die een vordering tot terugneming (reprise) uit de gemeenschap van hem toekomende goederen heeft en die vordering, wegens een ontoereikend gemeenschapsvermogen, niet of slechts gedeeltelijk kan verhalen op de gemeenschap, kan de helft van hetgeen hij niet op de gemeenschap heeft kunnen verhalen, verhalen op het privé-vermogen van de andere (voormalige) echtgenoot. Ook met betrekking tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.