AV&S 2006, 20
HR, 16-12-2005, nr. C04/276HR: Pruisken/Organice
HR 16-12-2005, ECLI:NL:HR:2005:AU6089, m.nt. A.J. Verheij (Pruisken/Organice)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 2005
- Zaaknummer
C04/276HR
- Noot
A.J. Verheij
- LJN
AU6089
- Roepnaam
Pruisken/Organice
- JCDI
JCDI:ADS875329:1
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AU6089, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AU6089, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑12‑2005
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑09‑2004
- Wetingang
BW art. 1:397; BW art. 6:108
Essentie
Overlijdensschade ex art. 6:108 lid 1 sub c BW. Betekenis van behoeftigheid. Abstracte schadeberekening1
Uitspraak
1. Inleiding
In dit arrest doet de Hoge Raad een aantal belangrijke uitspraken over de interpretatie van art. 6:108 BW. Indien iemand overleden is ten gevolge van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is, geeft dit artikel de nabestaanden jegens de aansprakelijke recht op vergoeding van gederfde inkomsten en kosten van lijkbezorging.
In het onderstaande zullen allereerst de relevante feiten en de beslissingen van rechtbank en hof worden weergegeven (par. 2). Vervolgens komt het arrest van de Hoge Raad ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.