NJ 2006, 8
Rechtsgevolg intrekking en bevoegdheid tot wijziging cassatiemiddelen?
HR 16-12-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AU6049
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 2005
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C04/271HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
AU6049
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AU6049, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑12‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AU6049, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2005
- Wetingang
Rv art. 407
Essentie
Rechtsgevolg intrekking en bevoegdheid tot wijziging cassatiemiddelen?
Intrekking van cassatiemiddelen staat vrij en heeft tot gevolg dat die middelen niet meer kunnen worden onderzocht. Wijziging van cassatiemiddelen is niet geoorloofd; de omstandigheid dat de Hoge Raad inmiddels in een parallelle zaak arrest heeft gewezen, leidt niet tot een ander oordeel.
Samenvatting
Bij akte aanpassing cassatiedagvaarding heeft thans eiseres tot cassatie naar aanleiding van een arrest van de Hoge Raad dat na het uitbrengen van de cassatiedagvaarding in een parallelle zaak is gewezen, enkele middelen en middelonderdelen ingetrokken en verzocht de resterende middelonderdelen gewijzigd te lezen.
Het stond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.