JOL 2005, 734
Rechtsgevolg intrekking en bevoegdheid tot wijziging cassatiemiddelen?
HR 16-12-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AU6049
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 2005
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C04/271HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
AU6049
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AU6049, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑12‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AU6049, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2005
Essentie
Rechtsgevolg intrekking en bevoegdheid tot wijziging cassatiemiddelen?
Intrekking van cassatiemiddelen staat vrij en heeft tot gevolg dat die middelen niet meer kunnen worden onderzocht. Wijziging van cassatiemiddelen is niet geoorloofd; de omstandigheid dat de Hoge Raad inmiddels in een parallelle zaak arrest heeft gewezen, leidt niet tot een ander oordeel.
Partij(en)
[Eiseres], te [vestigingsplaats], eiseres tot cassatie, adv. mr. P. Garretsen,
tegen
MR. A. Goedkoop, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [A] B.V., te Breda, verweerder in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.