RFR 2006, 12
Afstammingsrecht. Kan de rechter uit de weigering van de vermeende verwekker om aan DNA-onderzoek mee te werken de conclusie verbinden dat de vermeende verwekker de vader is?
HR 09-12-2005, ECLI:NL:HR:2005:AU3262
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 december 2005
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, J.C. van Oven
- Zaaknummer
R04/142HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AU3262
- JCDI
JCDI:ADS871358:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AU3262, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑12‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AU3262, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑12‑2005
- Wetingang
BW art. 1:207
Essentie
Kan de rechter uit de weigering van de vermeende verwekker om aan DNA-onderzoek mee te werken de conclusie verbinden dat de vermeende verwekker de vader is?
Samenvatting
Het kind heeft een verzoek tot ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap verzocht, welk verzoek gegrond is verklaard. Het kind was namelijk te weten gekomen dat de mogelijkheid bestond dat zijn juridische vader niet zijn verwekker was. Het kind heeft zich tot de verwekker gewend met het verzoek mee te werken aan een DNA-onderzoek. De verwekker wilde hier echter niet vrijwillig aan meewerken. Het kind heeft daarop zijn moeder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.