RAR 2006, 16
Bedrijfsongeval. Dient de werkgever te bewijzen dat de werknemer zich bewust was van de roekeloosheid van zijn gedraging?
HR 02-12-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AU3261 (Dieteren/Express Transport)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 december 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C04/353HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AU3261
- Roepnaam
Dieteren/Express Transport
- JCDI
JCDI:ADS870378:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AU3261, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑12‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AU3261, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2005
- Wetingang
BW art. 7:658
Essentie
Dient de werkgever te bewijzen dat de werknemer zich bewust was van de roekeloosheid van zijn gedraging indien de werknemer een theoretische mogelijkheid noemt waaruit zou blijken dat hij zich niet bewust was van dat roekeloze karakter?
Samenvatting
De werknemer is in dienst van de werkgever als chauffeur/koerier. De werknemer heeft tijdens de uitoefening van zijn functie een ongeval veroorzaakt. Hij heeft een bestelauto welke eigendom was van de werkgever, met grote snelheid tegen een pilaar van een tankstation gereden. Vlak voordat de werknemer de bestelauto aldus ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.