JOL 2005, 673
Wet Bopz. Machtiging voortgezet verblijf in psychiatrisch ziekenhuis; geldigheidsduur.
HR 25-11-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AU2866
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 november 2005
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R05/099HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AU2866
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AU2866, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑11‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AU2866, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑11‑2005
Essentie
Wet Bopz. Machtiging voortgezet verblijf in psychiatrisch ziekenhuis; geldigheidsduur.
In een geval waarin het gaat om een machtiging tot voortgezet verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis is analoge toepassing van art. 17 lid 4 Wet Bopz (machtiging tot voortgezet verblijf in verpleeginrichting met geldigheidsduur van vijf jaren) niet te verenigen met het gesloten stelsel van de Wet Bopz, art. 15 lid 1 Grondwet en art. 5 EVRM. Op grond van art. 19 Wet Bopz kan in casu een machtiging tot voortgezet verblijf worden verleend die een geldigheidsduur heeft van ten hoogste twee jaren. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.