JOL 2005, 677
Erfdienstbaarheid van weg ontstaan door verjaring: uitleg; onvoorziene omstandigheden. Aanvulling van rechtsgronden?; rechtsstrijd partijen.
HR 25-11-2005, ECLI:NL:HR:2005:AU2403
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 november 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C04/143HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AU2403
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Goederenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AU2403, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑11‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AU2403, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑11‑2005
Essentie
Erfdienstbaarheid van weg ontstaan door verjaring: uitleg; onvoorziene omstandigheden. Aanvulling van rechtsgronden?; rechtsstrijd partijen.
Met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieklacht dat het hof met aanvulling van rechtsgronden had moeten oordelen dat een erfdienstbaarheid van weg niet door verjaring kan ontstaan alsmede tegen 's hofs oordeel dat de erfdienstbaarheid van weg die — naar partijen als vaststaand hebben aangenomen — door verjaring is ontstaan door gebruik voor privé-verkeer en verkeer ten behoeve van het landbouwbedrijf van thans eiser tot cassatie, ook gelding heeft voor het zakelijk verkeer met betrekking tot de nieuwe bedrijfsactiviteiten van eiser doch dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.