RvdW 2005, 127:Enquêterecht. Beslechting van vermogensrechtelijke geschillen geen doel enquêterecht. Taak en motiveringsplicht ondernemingskamer bij beoordeling toewijsbaarheid enquêteverzoek.

RvdW 2005, 127

Enquêterecht. Beslechting van vermogensrechtelijke geschillen geen doel enquêterecht. Taak en motiveringsplicht ondernemingskamer bij beoordeling toewijsbaarheid enquêteverzoek.

Documentgegevens:

HR 18-11-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AU2465 (Unilever/Dreesmann)

Instantie: Hoge Raad
Datum: 18 november 2005
Magistraten: Mrs. J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, F.B. Bakels
Zaaknummer: R05/042HROK117
Conclusie: A-G Timmerman
LJN: AU2465
Roepnaam: Unilever/Dreesmann
Vakgebied(en): Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht (V)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2005:AU2465, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑11‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AU2465, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2005
Wetingang: BW art. 2:344; BW art. 2:345; BW art. 2:346; BW art. 2:347; BW art. 2:348; BW art. 2:349; BW art. 2:350; BW art. 2:351; BW art. 2:352; BW art. 2:353; BW art. 2:354; BW art. 2:355; BW art. 2:356; BW art. 2:357; BW art. 2:358; BW art. 2:359

Essentie

Als doeleinden van het enquêterecht, zoals deze de wetgever voor ogen stonden, zijn niet alleen te beschouwen de sanering en het herstel van gezonde verhoudingen door maatregelen van reorganisatorische aard binnen de onderneming van de betrokken rechtspersoon, maar tevens de opening van zaken en de vaststelling bij wie de verantwoordelijkheid berust voor mogelijk blijkend wanbeleid, terwijl bovendien van de mogelijkheid van de instelling van een enquête een preventieve werking zou kunnen uitgaan. Tot de doeleinden van het enquêterecht behoort niet de beslechting ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.