NJ 2006, 571
Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. ‘Onderhandelingen’ in de zin van art. 10 lid 5; maatstaf.
HR 04-11-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AT6833
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 november 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C04/207HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AT6833
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Aansprakelijkheid
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AT6833, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑11‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AT6833, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑11‑2005
- Wetingang
WAM art. 10
Essentie
Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. ‘Onderhandelingen’ in de zin van art. 10 lid 5; maatstaf.
Het hof is uitgegaan van de juiste, in de rechtspraak van het Benelux-Gerechtshof neergelegde maatstaf door te oordelen dat de briefwisseling tussen de verzekeraar en de (rechtsbijstandverzekeraar van de) benadeelden slechts dan niet als verjaring stuitende ‘onderhandelingen’ in de zin van art. 10 lid 5 WAM kunnen worden aangemerkt, indien de benadeelden op grond van de mededelingen van de verzekeraar moesten begrijpen dat de verzekeraar een regeling van de schade zonder meer uitsloot.
Samenvatting
In het onderhavige geding hebben de ouders ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.