PJ 2006, 47
Geen aanspraak op suppletie op WAO-uitkering op grond van goed werkgeverschap.
HR 21-10-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT8244
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 oktober 2005
- Magistraten
Fleers, Van Buchem-Spapens, Kop, Numann, Bakels
- Zaaknummer
C04/273HR
- Conclusie
A‑G Keus
- LJN
AT8244
- Vakgebied(en)
Pensioenen / Algemeen
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT8244, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑10‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT8244, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑10‑2005
- Wetingang
BW art. 7:611
Essentie
Geen aanspraak op suppletie op WAO-uitkering op grond van goed werkgeverschap.
Samenvatting
De werknemer ontvangt een WAO-uitkering en vordert een suppletie op deze uitkering. Er is geen CAO van toepassing en ook anderszins is door de werkgever geen toezegging omtrent een aanvullend arbeidsongeschiktheidspensioen gedaan. Eén andere werknemer heeft wel een suppletie gekregen. Dat op zich acht het gerechtshof gezien de omstandigheden onvoldoende om uit oogpunt van gelijke beloning de vordering van de werknemer toe te wijzen. De Hoge Raad laat de uitspraak van het gerechtshof in stand.
Partij(en)
ARREST
in de zaak van:
[Eiser], wonende te [woonplaats], eiser ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.