BR 2006/60
HR, 21-10-2005, nr. C04/142HR: Bouwvergunning Heemstede
HR 21-10-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT8823, m.nt. M.A.B. van Chao-Duivis (Bouwvergunning Heemstede,Ludlage/Van Paradijs)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 oktober 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop en J.C. van Oven
- Zaaknummer
C04/142HR
- Noot
M.A.B. van Chao-Duivis
- LJN
AT8823
- Roepnaam
Bouwvergunning Heemstede
Ludlage/Van Paradijs
- JCDI
JCDI:ADS699581:1
- Vakgebied(en)
Bouwrecht (V)
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT8823, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑10‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT8823, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑10‑2005
- Wetingang
BW art. 6:162; BW art. 5:49; Woningwet (oud) art. 44; WRO art. 10
Essentie
Artt. 6:162; 5:49 BW; 44 Woningwet (oud) en 10 WRO. Onrechtmatige hinder:
Samenvatting
Het antwoord op de vraag of er sprake is van onrechtmatige hinder, hangt af van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor toegebrachte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval, waarbij onder meer rekening moet worden gehouden met het gewicht van de belangen die door de hinder toebrengende activiteit worden gediend, en de mogelijkheid — mede gelet op de daaraan verbonden kosten — en de bereidheid om maatregelen ter voorkoming van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.