Einde inhoudsopgave
RvdW 2005, 113
Verzoek ex art. 15b Fw tot omzetting faillissement in toepassing schuldsaneringsregeling; niet-ontvankelijkheid indien faillissement is uitgesproken na intrekking surséance van betaling.
HR 14-10-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AT6856 (Faillissement Badulkhan)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 oktober 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, J.C. van Oven
- Zaaknummer
R04/137HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AT6856
- Roepnaam
Faillissement Badulkhan
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Insolventierecht / Surseance van betaling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AT6856, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑10‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AT6856, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑10‑2005
- Wetingang
Essentie
Verzoek ex art. 15b Fw tot omzetting faillissement in toepassing schuldsaneringsregeling; niet-ontvankelijkheid indien faillissement is uitgesproken na intrekking surséance van betaling.
Op grond van zowel de tekst van de art. 3 en 15b Fw als de bedoeling van de wetgever, zoals deze blijkt uit de parlementaire geschiedenis van de Wet van 25 juni 1998, Stb. 445, waarbij de schuldsaneringsregeling in de faillissementswet werd opgenomen, moet worden aangenomen dat een schuldenaar wiens faillietverklaring na intrekking van de hem verleende surséance van betaling op de voet van art. 242 Fw ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.