NJ 2006, 118:Incidentele vordering in cassatie tot het alsnog uitvoerbaar verklaren van het bestreden arrest; maatstaf.

NJ 2006, 118

Incidentele vordering in cassatie tot het alsnog uitvoerbaar verklaren van het bestreden arrest; maatstaf.

Documentgegevens:

HR 14-10-2005, ECLI:NL:HR:2005:AU2415

Instantie: Hoge Raad
Datum: 14 oktober 2005
Magistraten: Mrs. P.C. Kop, als voorzitter, E.J. Numann en J.C. van oven
Zaaknummer: C05/088HR
Conclusie: A-G Strikwerda
LJN: AU2415
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2005:AU2415, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑10‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AU2415, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑10‑2005
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑02‑2005
Wetingang: Rv art. 233; Rv art. 234; Rv art. 418a

Essentie

Nu thans eiser tot cassatie voldoende belang heeft bij toewijzing van zijn incidentele vordering tot het alsnog uitvoerbaar bij voorraad verklaren van de in het bestreden eindarrest van het hof vervatte veroordelingen van thans verweerster in cassatie tot het betalen van achterstallig loon c.a., terwijl gesteld noch gebleken is dat verweerster een zwaarder wegend belang heeft bij afwijzing van de incidentele vordering, kan deze vordering worden toegewezen.

Samenvatting

Bij zijn in cassatie bestreden arrest heeft het hof de vordering van de werknemer tot betaling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.