JOL 2005, 568
Niet reageren appellant op memorie van antwoord, ook niet in memorie in incidenteel appel; stellingen in m.v.a. onweersproken?; hoofdregel. Aan grieven te stellen eisen: behoorlijk in geding naar voren gebracht; kenbaarheidseis.
HR 14-10-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AT6830
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 oktober 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, E.J. Numann
- Zaaknummer
C04/166HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
AT6830
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AT6830, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑10‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AT6830, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑10‑2005
Essentie
Niet reageren appellant op memorie van antwoord, ook niet in memorie in incidenteel appel; stellingen in m.v.a. onweersproken?; hoofdregel. Aan grieven te stellen eisen: behoorlijk in geding naar voren gebracht; kenbaarheidseis.
De omstandigheid dat een appellant niet meer op de memorie van antwoord heeft gereageerd, heeft in het algemeen ten gevolge dat de bij de memorie van antwoord overgelegde producties, alsook hetgeen in die memorie is opgemerkt, door het hof niet als onweersproken mogen worden aangemerkt; dit heeft in beginsel ook te gelden indien het principale hoger beroep is gevolgd door een incidenteel hoger beroep. Daaraan doet niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.