JOL 2005, 545
Omgangsregeling; maatstaf art. 1:377 ƒ BW; motiveringsgebrek.
HR 07-10-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AT8249
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 oktober 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
R04/133HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AT8249
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AT8249, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑10‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AT8249, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2005
Essentie
Omgangsregeling; maatstaf art. 1:377ƒ BW; motiveringsgebrek.
Gelet op het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming valt zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet in te zien hoe het hof tot zijn oordeel heeft kunnen komen dat niet is gebleken van indicaties die nopen tot afwijzing van het verzoek van de biologische vader tot vaststelling van een omgangsregeling met de door hem erkende dochter en met de niet door hem erkende zoon.
Partij(en)
[De moeder], te [woonplaats], verzoekster tot cassatie, adv. mr. J.I. van Vlijmen,
tegen
[De vader], te [woonplaats], verweerder in cassatie, adv. mr. M. de Bluts. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.