RvdW 2005, 110
Gezag. Verzoek moeder om op voet art. 1:253b BW met gezag te worden belast; maatstaf; inwilliging verzoek bij combinatie met ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing?; continuïteit opvoedingssituatie.
HR 07-10-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AT6847
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 oktober 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, J.C. van Oven
- Zaaknummer
R04/067HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AT6847
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AT6847, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑10‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AT6847, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2005
- Wetingang
BW art. 1:253; BW art. 1:254
Essentie
Gezag. Verzoek moeder om op voet art. 1:253b BW met gezag te worden belast; maatstaf; inwilliging verzoek bij combinatie met ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing?; continuïteit opvoedingssituatie.
Indien de rechter gegronde redenen heeft te vrezen dat inwilliging van een verzoek van een destijds wegens minderjarigheid tot het gezag onbevoegde moeder om op de voet van art. 1:253b BW met het gezag over haar kind te worden belast, een bedreiging doet ontstaan als in art. 1:254 BW genoemd als (exclusieve) grond voor ondertoezichtstelling, zal dat in beginsel ook meebrengen dat de in art. 1:253b ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.