NJ 2006, 312
Onrechtmatige daad; frustreren bodembeslag; maatstaf.
HR 30-09-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT5154, m.nt. P. van Schilfgaarde
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 september 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C04/153HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- Noot
P. van Schilfgaarde
- LJN
AT5154
- JCDI
JCDI:ADS114615:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT5154, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑09‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT5154, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑09‑2005
- Wetingang
BW art. 6:162
Essentie
Onrechtmatige daad; frustreren bodembeslag; maatstaf.
Bij de beoordeling van de vraag of thans verweerder in cassatie jegens de Ontvanger onrechtmatig heeft gehandeld door enkele dagen na de Ontvanger te hebben bewogen het voorgenomen executoriale (bodem)beslag achterwege te laten met de mededeling dat hij op korte termijn integrale betaling door de (later failliet verklaarde) schuldenaar tegemoet kon zien, met de bank een huurovereenkomst te sluiten als gevolg waarvan de Ontvanger niet met goed gevolg bodembeslag heeft kunnen leggen, geldt niet de in HR 12 april 1985, NJ 1986, 808 genoemde maatstaf (misbruik van recht), doch geldt als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.