JOL 2005, 480
Bewijslastverdeling.
HR 16-09-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT5545
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 september 2005
- Magistraten
Mrs. H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
C04/241HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AT5545
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT5545, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑09‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT5545, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑09‑2005
Essentie
Bewijslastverdeling.
Met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieklachten tegen het oordeel van de rechtbank, sector kanton, dat het aan thans eiser tot cassatie is te bewijzen dat hij het bedrag dat hij ingevolge de tussen partijen gesloten overeenkomst aan thans verweerster in cassatie verschuldigd is, aan deze heeft betaald.
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. J.C. Meijroos,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Orange Nederland B.V., te 's‑Gravenhage, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instantie
De rechtsvoorgangster van verweerster in cassatie Dutchtone NV ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.