NJ 2006, 95
Cassatie; beroepschrift dat geen middelen bevat; niet-ontvankelijkheid.
HR 08-07-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT4077
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juli 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, E.J. Numann
- Zaaknummer
R04/126HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AT4077
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT4077, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑07‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT4077, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑07‑2005
- Wetingang
Fw art. 292 lid 4; Rv art. 426a
Essentie
Cassatie; beroepschrift dat geen middelen bevat; niet-ontvankelijkheid.
Nu uit het door verzoekers ter griffie van de Hoge Raad ingediende procesdossier blijkt dat zij binnen de cassatietermijn over een afschrift van het bestreden arrest beschikten, valt niet in te zien waarom zij niet binnen de cassatietermijn schriftelijk hun bezwaren daartegen naar voren hebben kunnen brengen, zodat het beroepschrift in cassatie, dat niet een omschrijving van de middelen bevat, niet voldoet aan de eisen van art. 426a lid 2 Rv en verzoekers in hun cassatieberoep niet kunnen worden ontvangen.
Samenvatting
Verzoekers zijn in cassatie gekomen van het arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.