NJ 2005, 486
Verdeling huwelijksgemeenschap door rechter op voet art. 3:185 BW: wettelijke rente over vordering wegens overbedeling; ingangsdatum.
HR 08-07-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT2623, m.nt. S.F.M. Wortmann
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juli 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R03/148HR
- Conclusie
A-G de Vries Lentsch-Kostense
- Noot
S.F.M. Wortmann
- LJN
AT2623
- JCDI
JCDI:ADS157723:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Gemeenschap
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT2623, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑07‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT2623, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑07‑2005
- Wetingang
BW art. 3:185; BW art. 6:119
Essentie
Verdeling huwelijksgemeenschap door rechter op voet art. 3:185 BW: wettelijke rente over vordering wegens overbedeling; ingangsdatum.
's Hofs oordeel dat de man ook wettelijke rente verschuldigd is over de bedragen die eerst door het hof in zijn eindbeschikking zijn vastgesteld, geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Zolang immers de verdeling van een tot de gemeenschap behorende bate niet is vastgesteld, kan een daarop gebaseerde vordering niet worden beschouwd als een vordering tot betaling van een geldsom ter zake waarvan de debiteur in verzuim is.
Samenvatting
In de onderhavige zaak heeft de rechtbank op de voet van art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.