JOL 2005, 398
Cassatie; tussenarrest; niet-ontvankelijkheid.
HR 24-06-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT2622
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 juni 2005
- Magistraten
Mrs. H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
C04/299HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AT2622
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT2622, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑06‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT2622, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑06‑2005
Essentie
Cassatie; tussenarrest; niet-ontvankelijkheid.
Nu het dictum van het bestreden arrest niet een beslissing inhoudt die ten opzichte van (een van) de betrokken partijen is aan te merken als een beslissing waarmee aan het geding omtrent enig deel van het gevorderde een einde wordt gemaakt en het dus gaat om een tussenarrest, kan volgens het hier toepasselijke art. 401a lid 2 Rv beroep in cassatie van dit arrest slechts tegelijk met dat van het eindarrest worden ingesteld, aangezien het hof niet anders heeft bepaald en de overige in dit artikel vermelde uitzonderingen evenmin van toepassing zijn.
Partij(en)
[Eiser], ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.