JOL 2005, 317
Wet bescherming persoonsgegevens; ‘bestand’ als bedoeld in art. 1, onder c.
HR 03-06-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AT1093
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 juni 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R04/072HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
AT1093
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AT1093, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑06‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AT1093, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑2005
Essentie
Wet bescherming persoonsgegevens; ‘bestand’ als bedoeld in art. 1, onder c.
Falende cassatieklachten tegen 's hofs oordeel dat het — door thans verweerster in cassatie in verband met de problemen over het functioneren van [verzoeker] opgebouwde — (afzonderlijke) dossier ‘[verzoeker]’ niet zelf een bestand is als bedoeld in art. 1, onder c, Wet bescherming persoonsgegevens omdat dit dossier geen betrekking heeft op verschillende personen en dat het enkele feit dat het dossier ‘[verzoeker]’ chronologisch is geordend niet tot de conclusie kan leiden dat sprake is van ‘een gestructureerd geheel van persoonsgegevens dat volgens bepaalde criteria toegankelijk is’. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.