Gst. 2006, 13
13. HR 17-5-05. Geheimhoudingsplicht, wettelijk voorschrift. (Noord-Brabant)
HR 17-05-2005, ECLI:NL:HR:2005:AS4610
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 mei 2005
- Magistraten
mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen en H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01290/04
- LJN
AS4610
- JCDI
JCDI:ADS227251:1
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AS4610, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑05‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AS4610, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑05‑2005
- Wetingang
Sr art. 272; Prov.w art. 25 lid 2
Essentie
Schending geheimhoudingsplicht voortvloeiend uit wettelijk voorschrift. (Noord-Brabant)
Samenvatting
Verdachte heeft aangevoerd dat ten onrechte geheimhouding was opgelegd. De vraag of de opgegeven redenen inderdaad noopten tot het opleggen van een dergelijke geheimhoudingsplicht staat evenwel ter beoordeling van Gedeputeerde Staten, aan wie de bevoegdheid tot geheimhouding door de wetgever is verleend. De taak van de strafrechter is beperkt tot een onderzoek van de vraag of de aan de verdachte opgelegde geheimhoudingsplicht formeel in overeenstemming is met de wettelijke regeling waarop de geheimhoudingsplicht is gebaseerd. Beroept een verdachte zich op een strafuitsluitingsgrond, dan kan in dat verband door de strafrechter worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.