JOL 2005, 280
Recht van enquête; ‘territorialiteitsbeginsel’; reikwijdte.
HR 13-05-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AT2829 (Zeelandia)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 mei 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven
- Zaaknummer
R03/149HROK108
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
AT2829
- Roepnaam
Zeelandia
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AT2829, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑05‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AT2829, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑05‑2005
Essentie
Recht van enquête; ‘territorialiteitsbeginsel’; reikwijdte.
De omstandigheid dat slechts de in art. 2:344 BW aangewezen rechtspersonen voorwerp kunnen zijn van een enquête als geregeld in afd. 2 van titel 8 van Boek 2 van het BW brengt niet mee dat de onderzoeker geen gegevens mag verzamelen omtrent het beleid van in het buitenland gevestigde rechtspersonen die betrekking hebben onderhouden met de rechtspersoon die het voorwerp van de enquête is, indien die onderzoeker dat voor het doel van de enquête nuttig acht. Het staat de ondernemingskamer vrij dergelijke door de onderzoeker verzamelde gegevens te betrekking in haar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.