JAR 2005, 118
HR, 22-04-2005, nr. C03/319HR
HR 22-04-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AS2027
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 2005
- Magistraten
Mrs. Neleman, Beukenhorst, Kop, Numann, Van Schendel
- Zaaknummer
C03/319HR
- LJN
AS2027
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AS2027, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑04‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AS2027, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑04‑2005
- Wetingang
BW art. 7:677; BW art. 7:683
Samenvatting
Indien de werkgever met inachtneming van een te korte opzegtermijn opzegt en nadien — na bezwaar van de werknemer hiertegen — het bedrag ter hoogte van het loon over de resterende periode van de opzegtermijn alsnog betaalt, moet dit dan worden opgevat als de intrekking van de oorspronkelijke opzegging en vervanging door een opzegging tegen de juiste termijn of dient dit te worden opgevat als voldoening van de verschuldigde schadeloosstelling; is bepalend welke betekenis de werknemer aan het handelen van de werkgever mag toekennen of wat de werkgever als verklaring hiervoor geeft?