RAR 2005, 63
CAO. Hoe moet art. 19 onderdeel B van de CAO voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen worden uitgelegd?
HR 08-04-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AS9448
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 april 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C04/088HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AS9448
- JCDI
JCDI:ADS870388:1
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AS9448, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑04‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AS9448, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑04‑2005
- Wetingang
RO art. 79
Essentie
Hoe moet art. 19 onderdeel B van de CAO voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen worden uitgelegd?
Samenvatting
De werknemer is in dienst als chauffeurbelader. Zijn functie heeft in de loop der tijd geen verandering ondergaan. De werknemer wordt beloond conform de in de CAO voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen (de ‘CAO’) vastgelegde schaal C, trede 5. De CAO was ten tijde van de in het kader van de procedure relevante periode algemeen verbindend verklaard. De werknemer heeft samen met zijn collega's herhaaldelijk aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.