RFR 2005, 61
Afstamming. Dient er in het kader van een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap een belangenafweging tussen kind en verwekker plaats te vinden? Kan een gerechtelijke vaststelling inbreuk op het familie- en gezinsleven van familieleden van de verwekker maken? Is er sprake van een door art. 14 EVRM verboden discriminatie doordat er bij art. 1:207 BW de belangen van (de familieleden van) de verwekker niet worden meegewogen zulks terwijl dit bij art. 1:204 lid 1 sub e en lid 3 wel geschiedt?
HR 25-03-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AT0412
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 maart 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, H.A.M. Aaftink. O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
R03/139HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AT0412
- JCDI
JCDI:ADS871357:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AT0412, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑03‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AT0412, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑03‑2005
- Wetingang
BW art. 1:207; EVRM art. 8; EVRM art. 14
Essentie
Dient er in het kader van een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap een belangenafweging tussen kind en verwekker plaats te vinden? Kan een gerechtelijke vaststelling inbreuk op het familie- en gezinsleven van familieleden van de verwekker maken? Is er sprake van een door art. 14 EVRM verboden discriminatie doordat er bij art. 1:207 BW de belangen van (de familieleden van) de verwekker niet worden meegewogen zulks terwijl dit bij art. 1:204 lid 1 sub e en lid 3 wel geschiedt?
Samenvatting
Man en vrouw zijn gehuwd geweest. In 1998 is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.