RAR 2005, 42
Letsel. Schadevergoeding. Aansprakelijkheid. Goed werkgeverschap. Is de KLM op grond van art. 7:611 BW aansprakelijk voor de door haar werknemer tijdens wachttijd geleden schade?
HR 18-03-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR6669 (KLM/De Kuijer)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 maart 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop
- Zaaknummer
C04/106HR
- Conclusie
A‑G Spier
- LJN
AR6669
- Roepnaam
KLM/De Kuijer
- JCDI
JCDI:ADS870434:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR6669, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑03‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR6669, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑03‑2005
- Wetingang
BW art. 7:611; BW art. 7:658
Essentie
Is de KLM op grond van art. 7:611 BW aansprakelijk voor de door haar werknemer tijdens wachttijd geleden schade?
Samenvatting
Een piloot in dienst bij de KLM heeft tijdens de wachttijd tussen een heenvlucht naar Ivoorkust en de terugvlucht naar Nederland als gevolg van een verkeersongeval (in een taxi op weg van zijn hotel naar een restaurant) een dwarslaesie opgelopen. De werknemer vordert een verklaring voor recht dat de KLM jegens hem tekort is geschoten in haar zorgplicht als bedoeld in art. 7:658 BW, subsidiair dat de KLM zich jegens hem niet als goed ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.