JOL 2005, 169
Aansprakelijkheid werkgever (KLM) o.g.v. art. 7:611 BW voor auto-ongeval werknemer (piloot) tijdens wachttijd tussen twee vluchten?; samenhang wachttijd met door werknemer verrichte werkzaamheden; inhoud verplichting ex art. 7:611; eigen schuld werknemer?
HR 18-03-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR6669 (KLM/De Kuijer)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 maart 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop
- Zaaknummer
C04/106HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AR6669
- Roepnaam
KLM/De Kuijer
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR6669, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑03‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR6669, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑03‑2005
Essentie
Aansprakelijkheid werkgever (KLM) o.g.v. art. 7:611 BW voor auto-ongeval werknemer (piloot) tijdens wachttijd tussen twee vluchten?; samenhang wachttijd met door werknemer verrichte werkzaamheden; inhoud verplichting ex art. 7:611; eigen schuld werknemer?
Niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting omtrent art. 7:611 BW geeft 's hofs oordeel dat de tussen de heen- en terugvlucht gelegen wachttijd tijdens welke het ongeval is voorgevallen — welke wachttijd als zodanig werd bepaald door de dienstregeling van KLM en de noodzaak voor haar piloten met het oog op de feitelijke uitvoering van hun werkzaamheden tussen twee vluchten rust te genieten — moet worden aangemerkt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.