JAR 2005, 84
HR, 11-03-2005, nr. C03/289HR: ABN AMRO/Nieuwenhuys
HR 11-03-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR6657 (ABN AMRO/Nieuwenhuys)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 maart 2005
- Magistraten
mrs. Neleman, Aaftink, Van Buchem-Spapens, Kop, Numann
- Zaaknummer
C03/289HR
- LJN
AR6657
- Roepnaam
ABN AMRO/Nieuwenhuys
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR6657, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑03‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR6657, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑03‑2005
- Wetingang
BW art. 7:658
Samenvatting
Heeft art. 7:658 BW betrekking op de situatie dat aan de werknemer psychische schade is toegebracht en is, indien krachtens art. 7:658 BW immateriële schadevergoeding is verschuldigd, de regeling van art. 6:106 BW daarop van toepassing?
(Ontleend aan RAR 2005, 41)