JOL 2005, 128
Arbeidsovereenkomst; non-concurrentiebeding. Onbegrijpelijk oordeel.
HR 25-02-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR6197
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 februari 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
C04/034HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AR6197
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR6197, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑02‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR6197, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑02‑2005
Essentie
Arbeidsovereenkomst; non-concurrentiebeding. Onbegrijpelijk oordeel.
Slagende motiveringsklachten tegen 's hofs oordeel dat de op het onrechtmatig handelen van thans eiser tot cassatie gebaseerde vordering van thans verweersters in cassatie tot het opleggen van een (feitelijk) concurrentieverbod voor de duur van — na verbetering bij herstelarrest — drie jaar kan worden toegewezen enkel op grond van overwegingen betreffende de als wanprestatie gekwalificeerde overtreding door eiser van het in zijn arbeidsovereenkomst met verweerster sub 3 opgenomen non-concurrentiebeding.
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. S.F. van Sagel,
tegen
- 1.
[Verweerster 1], te [vestigingsplaats],
- 2.
Alphamo Beleggingsmaatschappij BV, te Velp, gemeente ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.