NJ 2005, 422
Benoeming bijzondere curator op voet van art. 1:250 BW: reikwijdte art. 1:250; wezenlijk conflict; concreet geschil/problemen die zich voor concretisering lenen; belang van het kind; benoeming op verzoek van kind, andere belanghebbende of ambtshalve.
HR 04-02-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR4850, m.nt. J. de Boer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 februari 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R04/032HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- Noot
J. de Boer
- LJN
AR4850
- JCDI
JCDI:ADS157759:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR4850, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑02‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR4850, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2005
- Wetingang
BW art. 1:250
Essentie
Benoeming bijzondere curator op voet van art. 1:250 BW: reikwijdte art. 1:250; wezenlijk conflict; concreet geschil/problemen die zich voor concretisering lenen; belang van het kind; benoeming op verzoek van kind, andere belanghebbende of ambtshalve.
Uit de parlementaire geschiedenis betreffende art. 1:250 BW blijkt dat het niet de bedoeling is geweest algemene opvoedingsproblemen met behulp van een bijzondere curator tot een oplossing te brengen, maar dat wel is beoogd te voorzien in de mogelijkheid van benoeming van een bijzondere curator wanneer met betrekking tot de verzorging en opvoeding een wezenlijk conflict is ontstaan tussen de minderjarige en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.