RAR 2005, 39
Procesrecht. Is de werkgever gehouden om nog de ‘oude’ suppletieregeling toe te passen op werknemers die in dienst zijn getreden nadat de werkgever deze heeft gewijzigd; hoe moet het dictum van een arrest worden uitgelegd?
HR 04-02-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR6168
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 februari 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapen, P.C. Kop, E.J. Numann
- Zaaknummer
C03/203HR
- Conclusie
A‑G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AR6168
- JCDI
JCDI:ADS870365:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR6168, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑02‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR6168, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2005
- Wetingang
BW art. 6:248; BW art. 7:629
Essentie
Is de werkgever gehouden om nog de ‘oude’ suppletieregeling toe te passen op werknemers die in dienst zijn getreden nadat de werkgever deze heeft gewijzigd; hoe moet het dictum van een arrest worden uitgelegd?
Samenvatting
Nadat transportonderneming Frans Maas de door haar gehanteerde suppletieregeling bij ziekte per 1 januari 1994 eenzijdig had gewijzigd in verband met de per die datum in werking getreden Wet terugdringing ziekteverzuim, heeft FNV Bondgenoten de onderhavige procedure geëntameerd waarin een verklaring voor recht wordt gevorderd dat Frans Maas jegens de vóór die datum in dienst getreden werknemers gehouden is tot ongewijzigde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.