NJ 2005, 297
Vordering opheffing erfdienstbaarheid: oproeping beperkt gerechtigden; oproeping in appel tijdig?; maatstaf.
HR 28-01-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR4035 (Ter Hofstede/Van Klooster)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 januari 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C03/121HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AR4035
- Roepnaam
Ter Hofstede/Van Klooster
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht (V)
Goederenrecht / Genotsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR4035, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑01‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR4035, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2005
- Wetingang
BW art. 3:218; BW art. 5:79; BW art. 5:80; BW art. 5:81; Rv (oud) art. 12a
Essentie
Vordering opheffing erfdienstbaarheid: oproeping beperkt gerechtigden; oproeping in appel tijdig?; maatstaf.
Voor beantwoording van de vraag of een oproeping op de voet van art. 5:81 lid 2 BW tijdig is gedaan moet aansluiting worden gezocht bij de geschiedenis van de totstandkoming van art. 3:218 BW, waaruit valt af te leiden dat de oproeping tijdig is indien zij ‘niet zo laat [gebeurt] dat de opgeroepene niet meer de volle gelegenheid zou hebben zijn standpunt uiteen te zetten of dat de gedaagde of verweerder in zijn verdediging zou zijn geschaad’. Deze maatstaf brengt mee dat pas na ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.