RFR 2005, 34
Familieprocesrecht. Kan op art. 34 Rv dan wel op Bijzonder rekestreglement gerechtshof 's‑Gravenhage niet-ontvankelijkverklaring worden gebaseerd?
HR 14-01-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR5752
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 januari 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop
- Zaaknummer
R04/019HR
- Conclusie
A‑G Wesseling-van Gent
- LJN
AR5752
- JCDI
JCDI:ADS871344:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR5752, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑01‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR5752, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑01‑2005
- Wetingang
Essentie
Kan op art. 34 Rv dan wel op Bijzonder rekestreglement gerechtshof 's‑Gravenhage niet-ontvankelijkverklaring worden gebaseerd?
Samenvatting
De vrouw heeft beroep ingesteld van een beschikking van de rechtbank 's‑Gravenhage, waarbij de aan haar door de man te betalen alimentatie op nihil werd gesteld. De man heeft een verweerschrift ingediend. De vrouw heeft ondanks herhaald verzoek en de aanzegging dat, als zij in gebreke zou blijven de bewuste stukken over te leggen, dat zou worden opgevat als een afzien van mondelinge behandeling en dat zij in dat geval in haar hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard zou worden, niet de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.