AB 2005, 103
Vreemdelingenrecht; verhouding bestuursrechtelijke en civielrechtelijke rechtsgangen; hardheidsbeleid.
HR 14-01-2005, ECLI:NL:HR:2005:AR4037, m.nt. G.A. van der Veen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 januari 2005
- Magistraten
Mrs. Herrmann, Aaftink, Beukenhorst, Kop, Numann
- Zaaknummer
C03/261HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- Noot
G.A. van der Veen
- LJN
AR4037
- JCDI
JCDI:ADS864582:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Vreemdelingenrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AR4037, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑01‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AR4037, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑01‑2005
- Wetingang
Essentie
Vreemdelingenrecht; verhouding bestuursrechtelijke en civielrechtelijke rechtsgangen; hardheidsbeleid.
Samenvatting
Vordering van COA aan asielzoeker tot vertrek uit asielzoekerscentrum in kort geding. De voorzieningenrechter heeft de vordering afgewezen. Het hof, rechtsprekende in kort geding, heeft de vordering toegewezen. Door zijn oordeel te gronden op een prognose omtrent de uitkomst van de nog lopende bezwaarprocedure tegen de beslissing van de IND, alsmede op een afweging van de belangen van partijen bij toewijzing onderscheidenlijk afwijzing van de gevraagde voorziening, heeft het hof niet een onjuiste maatstaf aangelegd.
Partij(en)
Eiseres, te X, eiseres tot cassatie, adv. mr. M.J. van Basten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.