JOL 2004, 712
Verzoek toepassing schuldeanering; facultatieve afwijzingsgrond van art. 288 lid 2 sub b F.; ontbreken goede trouw bij ontstaan of onbetaald laten schulden; strekking.
HR 24-12-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR6026
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 december 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, J.C. van Oven
- Zaaknummer
R04/009HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
AR6026
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AR6026, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AR6026, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑12‑2004
Essentie
Verzoek toepassing schuldeanering; facultatieve afwijzingsgrond van art. 288 lid 2 sub b F.; ontbreken goede trouw bij ontstaan of onbetaald laten schulden; strekking.
Bij de facultatieve grond voor afwijzing van een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling van art. 288 lid 2 sub b F. (het ontbreken van goede trouw t.a.v. het ontstaan of onbetaald laten van schulden), waarmee mede wordt beoogd misbruik van de schuldsaneringsregeling tegen te gaan, gaat het niet om de goede trouw als bedoeld in art. 3:11 BW of de redelijkheid en billijkheid als bedoeld in art. 6:2 en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.