JOL 2004, 683
Aanbod tegenbewijs; specificering geen vereiste.
HR 17-12-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3634
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 december 2004
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, E.J. Numann
- Zaaknummer
C03/262HR
- Conclusie
A-G F.F. Langemeijer
- LJN
AR3634
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AR3634, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AR3634, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑12‑2004
Essentie
Aanbod tegenbewijs; specificering geen vereiste.
Door voorbij te gaan aan het (tegen)bewijsaanbod van thans eiseres tot cassatie heeft het hof miskend dat het volgens art. 151 lid 2 Rv aan eiseres vrijstond bewijs te leveren ter ontzenuwing van het door het hof aan het strafdossier ontleende bewijs en dat een aanbod tot het leveren van tegenbewijs niet behoeft te worden gespecificeerd.
Partij(en)
M. BV, gevestigd te W., eiseres tot cassatie, adv. mr. E. van Staden ten Brink,
tegen
NATIONALE-NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MIJ NV, gevestigd te 's‑Gravenhage, verweerster in cassatie, adv. mr. G.C. Makkink.