Einde inhoudsopgave
RvdW 2005, 5
Huur bedrijfsruimte; concurrentie door verhuurder aan huurder aangedaan wanprestatie?; concurrentiebeperkend beding in huurcontract strijdig met art. 6 Mededingingswet?
HR 17-12-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR2768 (Dunnewind/Schuitema)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 december 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, H.A.M. Aaftink, P.C. Kop, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C03/224HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
AR2768
- Roepnaam
Dunnewind/Schuitema
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AR2768, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AR2768, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑12‑2004
- Wetingang
Mw art. 6; EG art. 81
Essentie
Huur bedrijfsruimte; concurrentie door verhuurder aan huurder aangedaan wanprestatie?; concurrentiebeperkend beding in huurcontract strijdig met art. 6 Mededingingswet?
Bij de beoordeling van de vraag of een verhuurder van bedrijfsruimte door zijn huurder concurrentie aan te doen tekortschiet in de nakoming van zijn uit de huurovereenkomst voortvloeiende verplichting de huurder het genot van het verhuurde te verschaffen dat deze mocht verwachten, zal de rechter onder meer aandacht dienen te schenken aan de wijze waarop en de mate waarin de Verhuurder zijn huurder Concurrentie aandoet en de belangen die voor beide partijen betrokken zijn bij deze vorm van concurrentie, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.