RvdW 2004, 143
Overgang onderneming in de zin van EG-richtlijn 77/187 (art. 7:662 sub b (oud) BW); maatstaf.
HR 10-12-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AR3296 (Verbeek/Process house)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 december 2004
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, P. Neleman
- Zaaknummer
C03/241HR
- Conclusie
A-G D.W.F. Verkade
- LJN
AR3296
- Roepnaam
Verbeek/Process house
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Algemeen
EU-recht (V)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AR3296, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑12‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AR3296, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑12‑2004
- Wetingang
BW art. 7:662 (oud)
Essentie
Overgang onderneming in de zin van EG-richtlijn 77/187 (art. 7:662 sub b (oud) BW); maatstaf.
Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van de overgang van een onderneming in de zin van EG-richtlijn 77/187 en van het ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde art. 7:662 sub (oud) BW is, zo blijkt uit de jurisprudentie van het HvJEG, beslissend of de identiteit van het bedrijf bewaard blijft. Daarbij moet rekening worden gehouden met alle feitelijke omstandigheden die de betrokken transactie kenmerken, die echter slechts als deelaspecten van het te verrichten onderzoek moeten worden bezien en derhalve alleen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.