NJ 2006, 216
Reële executie; rechterlijke uitspraak die in plaats treedt van akte van levering van registergoed; ontvankelijkheid cassatieberoep; door art. 3:301 lid 2 BW vereiste inschrijving; beperkte strekking.
HR 19-11-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP4743, m.nt. H.J. Snijders
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 november 2004
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C03/112HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
AP4743
- JCDI
JCDI:ADS143470:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AP4743, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑11‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AP4743, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑11‑2004
- Wetingang
BW art. 3:300; BW art. 3:301; Rv art. 433
Essentie
Een uitspraak in hoger beroep waarbij — met vernietiging van de uitspraak in eerste aanleg — alsnog wordt geweigerd te bepalen dat de uitspraak in de plaats treedt van een tot levering van het betrokken registergoed bestemde akte, is niet een uitspraak als bedoeld in het eerste lid van art. 3:301 BW waarvoor ingevolge het tweede lid van deze bepaling geldt dat een rechtsmiddel tegen de uitspraak op straffe van niet-ontvankelijkheid moet worden ingeschreven in de registers als bedoeld in art. 433 Rv.
Samenvatting
In de onderhavige zaak heeft de voorzieningenrechter — op vordering van thans ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.