JOL 2004, 608
Verkeersaansprakelijkheid. Aanrijding tussen twee fietsers; oorzaak; causaliteitsafweging art. 6:101 BW; omkeringsregel toegepast?; ervaringsregels. Buitengerechtelijke kosten; Rapport Voorwerk Ⅱ geen recht in zin art. 99 RO.
HR 19-11-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AQ0545
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 november 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven
- Zaaknummer
C03/009HR
- Conclusie
A-G C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AQ0545
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verkeersrecht / Aansprakelijkheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AQ0545, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑11‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AQ0545, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑11‑2004
Essentie
Verkeersaansprakelijkheid. Aanrijding tussen twee fietsers; oorzaak; causaliteitsafweging art. 6:101 BW; omkeringsregel toegepast?; ervaringsregels. Buitengerechtelijke kosten; Rapport Voorwerk Ⅱ geen recht in zin art. 99 RO.
Bij de beoordeling van de klacht tegen 's hofs oordeel dat de mate waarin thans verweerder in cassatie (door het rijden zonder licht) en thans eiser tot cassatie/de gelaedeerde (wegens het door het hof veronderstellenderwijs aangenomen rijden op de verkeerde weghelft) hebben bijgedragen aan de schade moet worden gesteld op 25% resp. 75%, is van belang dat de causaliteitsafweging van art. 6:101 BW is verweven met feitelijke waarderingen en in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.