NJ 2004, 674
(Nederlands) octrooi; beschermingsomvang; maatstaf; betekenis verleningsdossier.
HR 12-11-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP9663
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 november 2004
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, O. de Savornin Lohman. A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C03/161HR
- Conclusie
A-G D.W.F. Verkade
- LJN
AP9663
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AP9663, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑11‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AP9663, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑11‑2004
- Wetingang
Rijksoctrooiwet 1910 art. 30 lid 2
Essentie
(Nederlands) octrooi; beschermingsomvang; maatstaf; betekenis verleningsdossier.
Bij de uitleg van de conclusies van een octrooischrift, mede in het licht van beschrijving en tekeningen, dient onder ogen te worden gezien wat volgens de gemiddelde vakman die daarvan kennis neemt, voor de uitvinding waarvan de bescherming wordt ingeroepen, wezenlijk is — anders gezegd: wat de achter de woorden van die conclusies liggende uitvindingsgedachte is — teneinde een uitsluitend op de letterlijke betekenis van de bewoordingen gegronde en daarom voor een redelijke bescherming van de octrooihouder wellicht te beperkte (of onnodig ruime) uitleg te vermijden. De tot uitleg van de conclusies van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.