RAR 2005, 13
Bedrijfsongeval. Hoever moet een werkgever gaan met het treffen van maatregelen teneinde te voorkomen dat een werknemer schade lijdt in de uitoefening van zijn werkzaamheden en welke factoren spelen een rol bij het bepalen of aan de zorgplicht ex art. 7:658 BW is voldaan?
HR 05-11-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AP1463 (Stichting De Loserhof)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 november 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, E.J. Numann, J.C. van Oven
- Zaaknummer
C03/281HR
- Conclusie
A‑G Spier
- LJN
AP1463
- Roepnaam
Stichting De Loserhof
- JCDI
JCDI:ADS870361:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AP1463, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑11‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AP1463, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑11‑2004
- Wetingang
BW art. 7:658
Essentie
Hoever moet een werkgever gaan met het treffen van maatregelen teneinde te voorkomen dat een werknemer schade lijdt in de uitoefening van zijn werkzaamheden en welke factoren spelen een rol bij het bepalen of aan de zorgplicht ex art. 7:658 BW is voldaan?
Samenvatting
Werkneemster werkt in een verpleeghuis. In verband met haar werkzaamheden liep zij daar door een gang, waar zij een openzwenkende toiletdeur in het gezicht kreeg ten gevolge waarvan zij letsel opliep en schade leed. In verband met de rolstoeltoegankelijkheid is de desbetreffende deur breder dan gebruikelijk waardoor de doorgang in de gang ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.