JOL 2004, 552
Ontheffing van het ouderlijk gezag op voet art. 1:268 lid 2 onder a BW.
HR 29-10-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AQ7387
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 oktober 2004
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, E.J. Numann, J.C. van Oven
- Zaaknummer
R03/140HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AQ7387
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AQ7387, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑10‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AQ7387, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑10‑2004
Essentie
Ontheffing van het ouderlijk gezag op voet art. 1:268 lid 2 onder a BW.
Met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieklachten tegen 's hofs oordeel dat de moeder van het gezag over haar dochter moet worden ontheven nu voortzetting van de maatregel van ondertoezichtstelling — gezien het ontbreken van een perspectief op thuisplaatsing en de onzekerheid die jaarlijkse verlenging van de maatregel meebrengt en mede gelet op art. 3 lid 1 en art. 20 van het Verdrag inzake de rechten van het kind — onvoldoende is om te voorkomen dat de dochter zodanig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.