JOL 2004, 530:Undue delay. Internationaal opsporings- en aanhoudingsbevel kan redelijke termijn doen aanvangen. Beoordeling redelijkheid. Undue delay. Een internationaal opsporings- en aanhoudingsbevel kan de redelijke termijn cfm art. 6 lid 1 EVRM doen aanvangen als verdachte bekend is met dat bevel. De redelijkheid van de termijn is mede afhankelijk van verdachte's invloed op het verdere procesverloop. Daarbij is van belang of hij vrijwillig en onvoorwaardelijk heeft meegewerkt aan de realisering van het bevel. Daaromtrent is in casu niets aangevoerd.