Gst. 2006, 114
114. HR 1-10-04. Gebod wetgeving. Provinciale verordening, intrekking, politieke besluitvorming, volksvertegenwoordiging, wetgever. (Friesland)
HR 01-10-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO8913 (faunabes cherming/Friesland)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 oktober 2004
- Magistraten
mrs. R. Herrmann, J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens en P.C. Kop
- Zaaknummer
C03/118HR
- LJN
AO8913
- Roepnaam
faunabes cherming/Friesland
- JCDI
JCDI:ADS227248:1
- Vakgebied(en)
Staatsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO8913, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑10‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO8913, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑10‑2004
- Wetingang
Flora- en Faunawet art. 65; EG-Richtlijn nr. 92/43; EG-Richtlijn nr. 79/409; BW art. 6:162; Prov.w art. 143; GW art. 127
Essentie
Gebod wetgeving. Provinciale verordening, intrekking, politieke besluitvorming, volksvertegenwoordiging, wetgever. (Friesland)
Samenvatting
In het Waterpaktarrest van 21 maart 2003, Gst. 2004, 148, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het de rechter niet is toegestaan de staat te bevelen (formele) wetgeving tot stand te brengen.
Er is geen grond om ten aanzien van een door provinciale staten vastgestelde provinciale verordening, ook als deze in strijd zou zijn met een Europese richtlijn, anders te oordelen. Ook indien de rechter een bevel zou geven tot vaststelling door provinciale staten van een provinciale verordening, zou sprake zijn van een ongeoorloofd ingrijpen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.